Verplaatsen van de bovenkaak
Open beet
Wanneer je boven- en onderkaak niet goed op
elkaar passen, kan een kaakcorrectie uitkomst
bieden. Als je veel ruimte hebt tussen je
voortanden terwijl je kiezen op elkaar staan, heb
je ook wel een ‘open beet’.
Operatie
Door middel van een operatie via de mond of
door de neusbijholten wordt er, afhankelijk van
de situatie, één of meerdere botsneden gemaakt
in de bovenkaak.
Kleine schroefjes
Na de ingreep wordt de bovenkaak in de meeste
gevallen door middel van kleine schroefjes aan
elkaar bevestigd. De mond kan dan meteen na de
operatie weer worden geopend.
Beugelbehandeling
Bijna altijd krijg je voor de ingreep eerst een beugelbehandeling wat vaak zo'n 1,5 jaar duurt. Door de beugel komen je tanden en kiezen alvast in een nette rij te staan. Hierdoor kunnen je boven- en onderkaak tijdens de operatie netter en preciezer op elkaar worden gezet.
Gewenste richting
Hierna kan de bovenkaak in de gewenste richting
worden geplaatst. Soms moet hiervoor een extra
stukje bot worden bevestigd. Dit stukje bot wordt
vaak uit de onderkaak of bekkenkam genomen.
Herstellen
Het kan zijn dat je de eerste weken na de operatie
wat minder gevoel hebt in je bovenlip en
neusvleugels. Dit trekt vaak binnen een paar
weken vanzelf weer weg
Verbreden van de bovenkaak
Operatie
Maar als de kaak breder moet dan zal bij het verbreden van de bovenkaak, de bovenkaak op bepaalde plaatsen worden verzwakt, waardoor de kaak makkelijker verbreed kan worden. Deze techniek heet de ‘TransPalatale Distractie’ (TPD).
TPD-apparaat
Tijdens de ingreep wordt een distractieapparaat (het TPD-apparaat) op het gehemelte geplaatst die ervoor zorgt dat de bovenkaak wordt verbreed.
Dagelijks uitdraaien
Na de ingreep krijg je een sleuteltje waarmee je zelf dagelijks het TPD-apparaat kunt activeren. Draai van boven naar beneden, tot de volgende kleurcode verschijnt. Het sleutelen duurt een paar weken, afhankelijk van de hoeveelheid verbreding die nodig is.
Spleetje tussen voortanden sluiten
Doordat je kaak breder wordt, ontstaat er eerst een spleetje tussen je voortanden. Met behulp van een beugel wordt dit weer gesloten. Na de verbreding krijgt het kaakbot zijn natuurlijke
sterkte terug.
Brede lach met rechte tanden
Het TPD-apparaat wordt onder plaatselijke verdoving verwijderd, 4 tot 6 maanden na het plaatsen ervan. Na de behandeling kun je genieten van een brede lach met rechte tanden.
Te grote onderkaak
Onderbeet
Wanneer je onderkaak verder uitsteekt dan je bovenkaak, kan een kaakcorrectie uitkomst bieden. Een te grote onderkaak wordt ook wel een ‘onderbeet’ of een ‘centenbak’ genoemd.
Beugelbehandeling
Voorafgaand aan de ingreep wordt vaak een beugelbehandeling aanbevolen, zoals een slotjesbeugel of een onzichtbare beugel, om de tanden en kiezen in een goede positie te brengen, waardoor de boven- en onderkaak tijdens de operatie nauwkeuriger op elkaar kunnen worden geplaatst.
Operatie bij de kaakchirurg
Door middel van een operatie via de mond wordt er aan beide kanten van de onderkaak een stukje bot weggehaald.
Kaakdelen aansluiten
Hierna kan de onderkaak naar achteren worden geschoven. De kaakdelen sluiten na de operatie mooi op elkaar aan.
Draadjes en schroefjes
Na de operatie zijn er twee mogelijkheden: het gebruik van staaldraadjes om de kaken aan elkaar te bevestigen, wat zes weken duurt, er is dan vloeibaar voedsel vereist. Of het gebruik van schroefjes waardoor de mond direct na de operatie weer kan worden geopend.
Herstellen
Het kan zijn dat je de eerste weken na de operatie wat minder gevoel hebt in je onderlip. Dit herstelt vaak vanzelf binnen een paar weken. In sommige gevallen kan het wat langer duren. De
bewegingen van de onderlip blijven echter altijd normaal.
Te kleine onderkaak
Overbeet
Wanneer je bovenkaak verder uitsteekt dan je onderkaak, kan een kaakcorrectie uitkomst bieden. Met een te kleine onderkaak heb je ook wel een ‘overbeet’.
Beugelbehandeling
Bijna altijd krijg je voor de ingreep eerst een beugelbehandeling die vaak zo'n 1,5 jaar duurt. Door de beugel komen je tanden en kiezen alvast in een nette rij te staan. Hierdoor kunnen je boven- en onderkaak tijdens de operatie netter en preciezer op elkaar worden gezet.
Operatie
Door middel van een operatie via de mond wordt er aan beide kanten van de onderkaak een botsnede gemaakt waardoor de onderkaak naar voren kan worden geschoven.
Aan elkaar groeien
De botdelen hebben hierna nog steeds contact met elkaar zodat ze weer netjes aan elkaar kunnen groeien.
Schroefjes
Na de ingreep worden de boven- en onderkaak in de meeste gevallen door middel van kleine schroefjes aan elkaar bevestigd. De mond kan dan meteen na de operatie weer worden geopend.
Herstellen
Het kan zijn dat je de eerste weken na de operatie wat minder gevoel hebt in je onderlip. Dit herstelt vaak vanzelf binnen een paar weken. In sommige gevallen kan het wat langer duren. De bewegingen van de onderlip blijven echter altijd normaal.